Tawny is een van de hooftypen van port; de naam ervan betekent letterlijk ‘taankleurig’. Dat is een verwijzing naar het feit dat de kleur meestal ontwikkelder is – meer roodbruin – dan die van ruby port, die robijnrood is. Kenmerkend voor tawny is een langdurige houtrijping, terwijl port van de rubyfamilie juist bestemd is voor ontwikkeling op fles. Tawny is altijd het resultaat van zorgvuldig blenden en de beste wijnen zijn die met een aanduiding van hun gemiddelde leeftijd: tien, twintig of zelfs dertig jaar. Een colheita (zie aldaar) met oogstjaar is in feite een heel speciale tawny. In Portugal drinken ze tawny graag licht gekoeld bij een crème caramel, vijgentaartje of notengebak. Voor wie het in de hartige hoek zoekt: licht gekoeld kan tawny heerlijk zijn bij noten, gedroogde ham, eendenlever, gevogelte als patrijs, en gerijpte kaas.